ENKHUIZEN- In een Formule 1 achtig ’laboratorium’ in Enkhuizen werkt Maarten Voogd aan een mini America’s Cup racer die is afgeleid van de AC75 van Team New Zealand. Met het ontwerpen en zelf bouwen wil Maarten die al 30 jaar een zeer succesvol jachtontwerper is, meer leren over het foilen en de ontwikkelingen met beweegbare draagvleugelarmen. Een techniek waarvoor hij vooral veel toekomst mogelijkheden ziet voor motorboten.
Bekijk de video en klik Hier!
Maarten Voogd was al kleine jongen al met het bouwen van modelboten bezig en veel te vinden op het Alkmaardermeer. Zijn passie voor watersport zorgde ervoor dat hij van zijn hobby zijn beroep maakte en jachtontwerper werd. Met zijn compagnon Alexander Simonis ontwierp hij de meest uiteenlopende boten en jachten, waaronder de Nicorette... winnaar van de Sydney-Hobart race in 2004, maar ook de populaire MaxFun en de Aira 22.
Lockdown
Als zeilliefhebber maar ook als ontwerper heeft de America’s Cup altijd de interesse van Maarten gehad en tijdens de lockdown had hij meer tijd om alle ontwikkelingen rond met name het foilen te volgen. ’’Een interessante materie,’’ aldus Voogd die met zijn compagnon zich vooralsnog bezighield met het traditionele ontwerpen. Om meer te weten te komen en vooral te leren over de ontwikkelingen met beweegbare draagvleugelarmen, besloot Maarten een kleinere en dus betaalbare variant van de AC75 van Team New Zealand te gaan ontwerpen.
In zijn woonplaats Enkhuizen bouwde hij een bedrijfsruimte om tot een soort van laboratorium waar hij alle faciliteiten heeft om te bouwen en vooral te testen. Bedoeling is zoveel mogelijk data te gaan verzamelen op het gebied van de vleugels waar volgens Maarten nog veel stappen te maken zijn.
Geen pottenkijkers
Het liefst wil Voogd in alle rust aan zijn project werken, zonder pottenkijkers, maar voor Watersport-TV maakt hij graag een uitzondering. Zijn doel is volgend jaar voor het eerst met de S/V 31 het water op te gaan. Het bouwen van de romp en dek gaat snel. De officiële AC ontwerpen zijn gebonden aan strikte regels. Maarten maakt zijn eigen keuzes. In plaats van 1800 kg loodballast, om te voorkomen dat de boot in ’rust’ omwaait, heeft hij gekozen voor 400 liter waterballast. De tank wordt tijdens het zeilen geleegd. Bij 10 tot 15 knopen wind moet de 9.50 meter lange boot uit het water komen en gaan vliegen. Het maximum gewicht van de boot, inclusief 3-koppige bemanning ligt rond de 1000 kilogram. De top snelheid ligt als alles goed gaat rond de 40 knopen. Voor de draagvleugelarmen heeft Maarten contact met Paul Dijkstra Composites. Die gaat ze ’bakken.’