Dat Arnold de Ruyter jachtontwerper is geworden, is geen verrassing. Als klein jochie deed hij al niets liever dan boten tekenen. Na bij enkele grote ontwerpbureau’s te hebben gewerkt, startte hij 25 jaar geleden A.R. Design.
’’Het tekenen zit blijkbaar in mijn genen, want mijn biologische vader die helaas is overleden toen ik anderhalf was, werkte als hoofdontwerper bij een grote scheepswerf in Amsterdam. Van alle schepen die daar gebouwd werden, maakte hij de eerste schetsen. Mijn moeder is hertrouwd toen ik zeven was en mijn pleegvader was ook een bootjesgek.
Hij had een casco van een motorkruiser gekocht. Ik ging altijd met hem mee om te timmeren en schilderen en gereedschap aan te geven. Toen de boot eenmaal vaarklaar was, zat ik vaak vanuit het stuurhuis naar andere boten te kijken. Vooral luxe schepen hadden mijn interesse. Die inspireerde mij om eigen ontwerpen te maken.’’
Na een opleiding MTS werktuigbouwkunde en een avondstudie binnenhuisarchitectuur werkte Arnold bij verschillende bekende ontwerpbureaus waaronder Feadship, Pieter Beeldsnijder en Jachtwerf Jongert. Om vervolgens voor zichzelf te beginnen.
’’Een ontwerp kan op verschillende manieren ontstaan. Vaak heb ik zelf een idee. Of een van mijn vaste opdrachtgevers vraagt mij. Maar ik krijg ook particulieren over de vloer die hun droomschip op de bestaande markt niet kunnen vinden en mij vragen het te ontwerpen. Aan de hand van een wensenlijst ga ik dan aan de slag. Het belangrijkste voor een ontwerp is dat het goed in balans is. Een boot moet er mooi uitzien...Ik moet er iets mee hebben. Het moet smoelen...mooie lijnen, tijdloos. Belangrijk is ook dat alles ergonomisch klopt. Je ziet soms dat men heel laag in een stuurhuis zit en nauwelijks overzicht heeft. Of dat men moeizaam kan bewegen aan boord. Dat een schip goed vaart onder allerlei omstandigheden, spreekt voor zich.’’
Signatuur
Arnold heeft als ontwerper een herkenbare signatuur. ’’Het zijn echt stoere schepen, scheeps maar wel met een moderne vormgeving, elegant. Ik zit niet vast aan een bepaalde lijn. Inspiratie doe ik op door van alles om mee heen. Wat ik zie, wat mij aanspreekt, op beurzen, dingen in het dagelijks leven.
Het is als ontwerper belangrijk dat jezelf vaart, ziet hoe het er aan boord toegaat.’’De meeste ontwerpen van Arnold’s hand zijn motorjachten. ’’Ik heb in het verleden ook zeiljachten gedaan, maar daar is simpelweg minder vraag naar.’’
Wat mijn mooiste ontwerp is, waar ik het meest trots op ben? Meestal is dat mijn laatste ontwerp. Als een schip is gebouwd en te water gaat, dat is iedere keer weer een mijlpaal. Je bent vaak een jaar of langer ermee bezig geweest.
Je wilt je volgende project altijd weer mooier maken, verbeteren. Van ieder ontwerp leer je weer en die kennis neem je mee in de volgende opdracht..”
Belangrijke voor Arnold is de creativiteit die hij in zijn werk kwijt kan. Maar ook de vrijheid die zijn opdrachtgevers hem gunnen. ’’Het gaat er uiteindelijk om dat de opdrachtgever gelukkig is met wat ik heb ontworpen. Dat is het belangrijkste van alles.’’
De wereld verandert en ook de schepen. Hoe de toekomst er zal gaan uitzien op het water, is gissen voor Arnold. ’’Op het gebied van elektrisch varen zie je al allerlei ontwikkelingen.Dat zal ondanks de nodige hobbels, zeker bij de jachten, wel een vlucht gaan nemen. De trend nu is wel dat men steeds meer comfort aan boord wil en dat schepen daardoor steeds hoger worden. Dat gaat helaas niet altijd ten goede van het lijnenspel.”