LELYSTAD- Zeven bouwers van bijzondere houten schepen vertellen hun verhaal in een nieuw boek geschreven door Klaas Smit. Volgende week worden in Batavialand in Lelystad de eerste exemplaren aangereikt aan de botenbouwers.
In ‘Houtenbotenbouwers 2’ vertellen zeven markante mannen over hun grote liefde voor hout, voor onze nautische geschiedenis en voor het zo precies mogelijk reconstrueren van houten schepen. Hoe hebben ze die verdwenen schepen gebouwd? Wat kwam daar allemaal bij kijken? Welke hoogte-en dieptepunten maakten ze mee? Op al deze vragen en meer geven ze antwoord in het boek.
Marco van Boheemen bouwt nu een waterschip op de Bataviawerf in Lelystad waar Willem Vos ruim 35 jaar geleden begon met de Batavia. Jan Kuperus en Rienk Gardenier verbleven jaren in Paesens-Moddergat om de Wierumer aek WL19 De Drie Gebroederste bouwen. Johan Prins bouwde het houten skûtsje Aebelina, maar dat is niet zijn enige schip geweest zoals uit zijn verhaal blijkt. Kees Sars bracht ons de Kamper kogge, het Statenjacht De Utrecht, palingaak Korneliske Ykes IIen een hele vloot Romeinse schepen. Gerald de Weerdt rondt nu het project Witte Swaen af, de reconstructie van het schip van Willem Barentsz. Willem Vos bouwde de Batavia, de grootste reconstructie van een houten schip in Nederland. De inspanningen die hij daarvoor heeft moeten verrichten, zijn enorm geweest. Dankzij Willem Vos hebben we dit prachtige schip terug en konden in de decennia daarna andere reconstructieprojecten worden gerealiseerd.
In onze DNA
Nederland is al eeuwenlang een belangrijke scheepsbouwende natie. Houten schepen en de vaardigheid van het bouwen ervan behoren tot ons DNA. We mogen trots zijn op deze historie en we moeten ons ervoor inzetten om het vak van houten boten bouwen in stand te houden. Dankzij de reconstructies van verdwenen schepen, kunnen wij nu rondlopen in geschiedenis op ware grootte. We hoeven ons niet meer voor te stellen hoe zo’n schip eruit heeft gezien, we kunnen de schepen bezichtigen of erop meezeilen en ervaren hoe onze voorouders erop hebben gewerkt en geleefd. Alle vormen van geschiedschrijving zijn reconstructies achteraf. Het zijn onze bedenksels, onze interpretaties die bijna altijd afwijken van hoe het vroeger echt was. Om de geschiedenis en de belevenissen goed te kunnen begrijpen, zijn reconstructies een noodzaak. De andere waarde van reconstructies is dat je door ze te bouwen er pas achter komt hoe knap dat is gedaan. Al deze reconstructieprojecten hebben ervoor gezorgd dat vele honderden leerlingen een vak hebben geleerd, eigenwaarde hebben ontwikkeld en hun weg naar de arbeidsmarkt hebben gevonden. In alle projecten werkten de scheepsbouwmeesters met leerlingen. We mogen hopen dat er in de toekomst meer projecten worden opgestart voor het bouwen van houten schepen die verloren zijn gegaan. Wanneer we die gaan bekijken als investeringen in jonge veelbelovende vakmensen, dan zullen we erachter komen dat het rendement de investeringen ruim overtreft.
De reacties op Houtenbotenbouwers deel 1–Tien werfbazen over hun vakmanschap waren zeer positief. Een aantal lezers gaf echter aan dat ze botenbouwers misten. De positieve reacties en het feit dat er nog veel meer bouwers van houten boten zijn, waren de aanleiding voor dit tweede deel. Aldus auteur Klaas Smit.
Houtenbotenbouwers 2 – Bouwers van bijzondere houten schepen bevat net als deel 1 vele foto’s, heeft ook een formaat van 25,5 x 20 centimeter met een omvang van 272 pagina’s.
Het boek is te bestellen op www.spiegelderzeilvaart.nl (http://www.spiegelderzeilvaart.nl). De herdruk van Houtenbotenbouwers1, met een omvang van 280 pagina’s, is te verkrijgen op https://www.houtenbotenbouwers.nl (https://www.houtenbotenbouwers.nl).
De boeken kosten € 30,- per stuk, exclusief verzendkosten
HBB_deel_2_cover
HBB_deel_1_cover