RONDE VENEN- De Raad van State heeft met betrekking tot het Bestemmingsplan Vinkeveense plassen vandaag uitspraak gedaan over drie verzoeken om een zogenoemde ‘voorlopige voorziening’. De Raad van State heeft alle drie de verzoeken afgewezen, omdat er volgens de rechter geen sprake was van spoedeisend belang.
Door de uitspraak van Raad van State is het bestemmingsplan voor de Vinkeveense Plassen 2025 vanaf nu in werking getreden. Voor legakkereigenaren betekent dit dat zij een omgevingsvergunning kunnen aanvragen voor bouw-/gebruiksactiviteiten die binnen de kaders van dit bestemmingsplan vallen.
’’Wij kunnen het ons voorstellen dat de uitspraak veel vragen over handhaving oproept,’’ aldus de Gemeente De Ronde Venen.
Ook al is het bestemmingsplan in werking, er mag op dit moment nog niet gebouwd worden. Eerst is een omgevingsvergunning nodig. Dit geldt ook voor bestaande bouwwerken. Als er toch gebouwd wordt, zal de gemeente een bouwstop opleggen – ook als het binnen het nieuwe bestemmingsplan lijkt te passen. De gemeente controleert actief en doet dit stap voor stap:
Stap 1: De gemeente pakt eerst de grootste overtredingen aan. Denk aan gebouwen/bouwwerken die minstens twee keer zo groot zijn als toegestaan in het bestemmingsplan, of aan dingen die niet thuishoren op legakkers – zoals caravans en tenten of bouwwerken die niet van hout zijn. Stap 2: Daarna wordt gekeken naar minder grote overtredingen, zoals gebouwen/bouwwerken die tussen de 25% en 100% groter zijn dan toegestaan. Stap 3: alle bouwwerken zonder benodigde omgevingsvergunning. Dit is een doorlopend proces.
Bij eigenaren van een legakker die een beroepschrift bij de Raad van State hebben ingediend, wordt op het onderwerp van het beroep niet gehandhaafd tot de rechter daar een uitspraak over heeft gedaan.
Beroepsprocedure loopt nog
In de periode tot begin september konden mensen beroep aantekenen tegen het bestemmingsplan. In totaal zijn er 49 beroepschriften ingediend. De inhoudelijke behandeling van de beroepschriften, de zogenoemde bodemprocedure, volgt later. De verwachting is dat hierover pas in 2027 uitspraak wordt gedaan.




