AMSTERDAM- HISWA-RECRON en het Watersportverbond gaan in hoger beroep bij de Raad van State tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de invoering van de emissieloze zone voor de pleziervaart, met name vanwege de ongelijkheid in de door de gemeente toegepaste overgangsregelingen.
De rechtbank verklaarde onlangs het ingestelde beroep ongegrond en wees het verzoek van HISWA-RECRON en het Watersportverbond af om voorlopige voorzieningen te treffen. De rechter overwoog dat de bezwaren vooral politieke keuzes van de gemeenteraad zouden raken, waardoor de rechter zich terughoudend meende te moeten opstellen.
’’Wij blijven echter grote zorgen houden over de uitvoerbaarheid van het beleid vanwege een gebrek aan laadinfrastructuur, de ongelijke behandeling van houders van verschillende vignetten en de onevenredige financiële gevolgen voor watersporters en ondernemers,’’ aldus HISWA-RECRON en het Watersportverbond.
’’Wij vinden als organisaties in de watersportsector dat essentiële punten onderbelicht zijn gebleven door de rechter. Ook als een besluit genomen zou zijn op basis van politieke keuzes, betekent dit nog niet dat de besluitvorming zelf daarmee niet de toets der kritiek moet kunnen doorstaan. Wij menen dat de rechtbank in dit geval echt niet tot het oordeel heeft kunnen komen dat het besluit zorgvuldig is genomen. Zo is het gebruik van het binnenwater door de houders van een doorvaartvignet en een BHG-vignet gelijk, terwijl doorvaartvignethouders met de opgelegde overgangsregelingen onevenredig veel slechter af zijn. Dit heeft indirect ook grote gevolgen; met name ook voor jachthavens.’’
’’In hoger beroep zullen we onder meer aanvoeren dat het besluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid, dat de lasten niet in verhouding staan tot de beperkte milieuwinst en dat de ongelijkheid tussen vignetsoorten juridisch niet houdbaar is. Ook menen wij dat compensatiemaatregelen vooraf in het besluit hadden moeten worden opgenomen.
Als organisaties die actief zijn in de waterrecreatie benadrukken wij dat we verduurzaming steunen, maar dat de overstap naar emissieloos varen realistisch, uitvoerbaar en betaalbaar moet zijn.’’
