HARDERWIJK- Booteigenaren met een ligplaats aan het Waterfront gaan als het aan de gemeente Harderwijk ligt vanaf komend jaar fors meer liggeld betalen. Zo stijgt het tarief voor een ligplek aan de Watersportboulevard van 347 naar 523 euro en stijgen de ligplaatsen langs het Noorder- en Zuidereiland van 520 naar 785 euro
De nieuwe systematiek voor de berekening van de ligplaatsgelden is gebaseerd op het dekken van zo mogelijk alle kosten die gemoeid zijn met de Harderwijkse havens en kades en opslagpunten. Daarbij wordt ook gekeken naar bijvoorbeeld de kosten van de bruggen. Maar wie van die bruggen geen gebruik hoeft te maken, hoeft daar dan ook niet voor te betalen. En dat geldt ook voor de diverse havens en bijbehorende voorzieningen, die elk zo hun eigen kosten hebben.
De vergunninghouders van een ligplek in het Waterfront hebben deze week van de gemeente een brief met uitleg gekregen over de hogere tarieven van hun havengeld. Daarin wordt ook gemeld dat de ligplaats voortaan is genummerd en een vaste lengte heeft van óf zes meter (Waterstadboulevard), óf negen meter (Noorder- en Zuidereiland). Tot dusver hadden de ligplaatsen geen vaste, officiële lengte.
Feitelijk zouden ook de ligplaatsgelden voor de historische schepen nu flink omhoog moeten, maar omdat gemeente en eigenaren hierover nog in gesprek zijn, wordt die verhoging uitgesteld. De bedoeling is dat eigenaren van historische schepen straks een gemeentelijke subsidie ontvangen, waarmee voor een belangrijk deel de verhoging van de havengelden voor hen kan worden gecompenseerd. De tariefsverhoging wordt het tarief voor 2026 daarom slechts trendmatig verhoogd met 2,7 procent.
De Harderwijkse gemeenteraad besluit in haar vergadering op 11 december over alle nieuwe belastingtarieven en daaraan gekoppelde nieuwe regels.
Bron: Harderwijkse zaken
Archieffoto Harderwijk




